• zegs·wij·ze
enkelvoud meervoud
naamwoord zegswijze zegswijzen
verkleinwoord zegswijzetje zegswijzetjes

de zegswijzev / m

  1. (taalkunde) een vaste idiomatische verbinding met een figuurlijke betekenis, waarvan de persoonsvorm en het onderwerp veranderlijk zijn (itt spreekwoorden)
    • Wat is het verschil tussen een spreekwoord, een zegswijze en een gezegde?[1] 
94 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]