zegswijs
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zegs·wijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zeg en wijs met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zegswijs | zegswijzen |
verkleinwoord | zegswijzetje | zegswijzetjes |
Zelfstandig naamwoord
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zegswijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "zegswijs" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be