zeeziek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zee·ziek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zee en ziek
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zeeziek | zeezieker | zeeziekst |
verbogen | zeezieke | zeeziekere | zeeziekste |
partitief | zeezieks | zeeziekers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zeeziek
- een misselijk en beroerd gevoel hebbend door ongerelmatige beweging van een schip
- Toen pas wisten ze dat hij een zeezieke jongen was.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zeeziek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeeziek" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be