• zaak·waar·ne·mer
enkelvoud meervoud
naamwoord zaakwaarnemer zaakwaarnemers
verkleinwoord zaakwaarnemertje zaakwaarnemertjes

de zaakwaarnemerm

  1. (juridisch) iemand die voor een ander optreedt en de belangen van die ander behartigt
    • De zaakwaarnemer nam een nieuw personeelslid aan. 
  2. (beroep) (juridisch) iemand met juridische kennis die geen advocaat is, maar mensen wel officieel bijstaat in juridische procedures
    • De rechter luisterde naar het betoog van de zaakwaarnemer. 
96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]