xeroxen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van xeroxen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		xeroxen			te xeroxen
	toekomend		zullen xeroxen			te zullen xeroxen
voltooid	tegenwoordig		hebben gexeroxt			te hebben gexeroxt
	toekomend		gexeroxt zullen hebben			gexeroxt te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	xeroxend		gexeroxt			ev. xerox	mv. verouderd xeroxt	xeroxe
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	xerox	xeroxt	xeroxt	xeroxt	xeroxt	xeroxen	xeroxen	xeroxen
verleden (o.v.t.)	xeroxte	xeroxte	xeroxte	xeroxte	xeroxte	xeroxten	xeroxten	xeroxten
toekomend (o.t.t.t.)	zal xeroxen	zult/zal xeroxen	zult/zal xeroxen	zult xeroxen	zal xeroxen	zullen xeroxen	zullen xeroxen	zullen xeroxen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou xeroxen	zou xeroxen	zou(dt) xeroxen	zoudt xeroxen	zou xeroxen	zouden xeroxen	zouden xeroxen	zouden xeroxen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gexeroxt	hebt gexeroxt	hebt/heeft gexeroxt	hebt gexeroxt	heeft gexeroxt	hebben gexeroxt	hebben gexeroxt	hebben gexeroxt
verleden (v.v.t.)	had gexeroxt	had gexeroxt	had gexeroxt	hadt gexeroxt	had gexeroxt	hadden gexeroxt	hadden gexeroxt	hadden gexeroxt
toekomend (v.t.t.t.)	zal gexeroxt hebben	zal/zult gexeroxt hebben	zult/zal gexeroxt hebben	zult gexeroxt hebben	zal gexeroxt hebben	zullen gexeroxt hebben	zullen gexeroxt hebben	zullen gexeroxt hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gexeroxt hebben	zou gexeroxt hebben	zou/zoudt gexeroxt hebben	zoudt gexeroxt hebben	zou gexeroxt hebben	zouden gexeroxt hebben	zouden gexeroxt hebben	zouden gexeroxt hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gexeroxt worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gexeroxt				er is gexeroxt
verleden	er werd gexeroxt				er was gexeroxt
toekomend	er zal gexeroxt worden				er zal gexeroxt zijn
voorwaardelijk	er zou gexeroxt worden				er zou gexeroxt zijn
lijdende vorm gexeroxt worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		gexeroxt worden			gexeroxt te worden
	toekomend		gexeroxt zullen worden			gexeroxt te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		gexeroxt zijn			gexeroxt te zijn
	toekomend		gexeroxt zullen zijn			gexeroxt te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	—	—	—	—	wordt gexeroxt	—	—	worden gexeroxt
verleden (o.v.t.)	—	—	—	—	werd gexeroxt	—	—	werden gexeroxt
toekomend (o.t.t.t.)	—	—	—	—	zal gexeroxt worden	—	—	zullen gexeroxt worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	—	—	—	—	zou gexeroxt worden	—	—	zouden gexeroxt worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	—	—	—	—	is gexeroxt	—	—	zijn gexeroxt
verleden (v.v.t.)	—	—	—	—	was gexeroxt	—	—	waren gexeroxt
toekomend (v.t.t.t.)	—	—	—	—	zal gexeroxt zijn	—	—	zullen gexeroxt zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	—	—	—	—	zou gexeroxt zijn	—	—	zouden gexeroxt zijn