• wrang
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen wrang wranger wrangst
verbogen wrange wrangere wrangste
partitief wrangs wrangers -
  • In de betekenis van ‘zuur’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]

wrang

  1. zuur (en bitter)
 
wrang
enkelvoud meervoud
naamwoord wrang wrangen
verkleinwoord

de wrangv / m

  1. (plantkunde) Cuscuta    plantje dat als een parasiet zich om andere planten heen slingert
97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]