wonderschoon
- won·der·schoon
- In de betekenis van ‘zeer mooi’ voor het eerst aangetroffen in 1755 [1]
- samenstelling van wonder en schoon [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | wonderschoon |
verbogen | wonderschone |
partitief | wonderschoons |
wonderschoon [3]
- heel erg mooi
- „De allermooiste negerin van de hele wereld en haar blonde wonderschone vriendin verdwijnen in de bocht”, staat in Gipharts roman Ik ook van jou uit 1992. Het zinnetje in het best verkochte debuut van dat jaar was indertijd niet aanstootgevend. Vorige week besloot uitgeverij Nijgh & Van Ditmar tot een jubileumeditie. De vraag was alleen: wat te doen met het woord ‘negerin’ dat enkele malen in de roman voorkomt? [4]
- ▸ Mijn ogen zagen dat het wonderschoon was, maar ik kon er, doordat ik nog door de storm op Mount Whitney in shock was, geen seconde van genieten.[5]
- Het woord wonderschoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wonderschoon" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "wonderschoon" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ wonderschoon op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Toef Jaeger 13 maart 2017
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be