Schuurdeur met winket
  • win·ket

[1]

enkelvoud meervoud
naamwoord winket winketten
verkleinwoord winketje winketjes

het winketo

  1. (bouwkunde) een kleine deur in of naast een grote deur
    • Personen gaan door het winket, voor voertuigen opent men de grote deuren. 
  2. (bouwkunde) een deurluik
6 % van de Nederlanders;
27 % van de Vlamingen.[2]