winket
- win·ket
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winket | winketten |
verkleinwoord | winketje | winketjes |
het winket o
- (bouwkunde) een kleine deur in of naast een grote deur
- Personen gaan door het winket, voor voertuigen opent men de grote deuren.
- (bouwkunde) een deurluik
- Het woord winket staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "winket" herkend door:
6 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ winket op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be