wegnemen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van wegnemen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | wegnemen | weg te nemen | ||||||||
toekomend | zullen wegnemen weg zullen nemen |
te zullen wegnemen weg te zullen nemen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben weggenomen | te hebben weggenomen | ||||||||
toekomend | weggenomen zullen hebben | weggenomen te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
wegnemend | weggenomen | ev. neem weg |
mv. verouderd neemt weg |
neme weg (bijzin) wegneme | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | neem weg | neemt weg | neemt weg | neemt weg | neemt weg | nemen weg | nemen weg | nemen weg | |||
verleden (o.v.t.) | nam weg | nam weg | nam weg | naamt weg | nam weg | namen weg | namen weg | namen weg | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal wegnemen | zult/zal wegnemen | zult/zal wegnemen | zult wegnemen | zal wegnemen | zullen wegnemen | zullen wegnemen | zullen wegnemen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou wegnemen | zou wegnemen | zou(dt) wegnemen | zoudt wegnemen | zou wegnemen | zouden wegnemen | zouden wegnemen | zouden wegnemen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | wegneem | wegneemt | wegneemt | wegneemt | wegneemt | wegnemen | wegnemen | wegnemen | |||
verleden (o.v.t.) | wegnam | wegnam | wegnam | wegnaamt | wegnam | wegnamen | wegnamen | wegnamen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal wegnemen weg zal nemen |
zult/zal wegnemen weg zult/zal nemen |
zult/zal wegnemen weg zult/zal nemen |
zult wegnemen weg zult nemen |
zal wegnemen weg zal nemen |
zullen wegnemen weg zullen nemen |
zullen wegnemen weg zullen nemen |
zullen wegnemen weg zullen nemen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou wegnemen weg zou nemen |
zou wegnemen weg zou nemen |
zou(dt) wegnemen weg zou(dt) nemen |
zoudt wegnemen weg zoudt nemen |
zou wegnemen weg zou nemen |
zouden wegnemen weg zouden nemen |
zouden wegnemen weg zouden nemen |
zouden wegnemen weg zouden nemen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb weggenomen | hebt weggenomen | hebt/heeft weggenomen | hebt weggenomen | heeft weggenomen | hebben weggenomen | hebben weggenomen | hebben weggenomen | |||
verleden (v.v.t.) | had weggenomen | had weggenomen | had weggenomen | hadt weggenomen | had weggenomen | hadden weggenomen | hadden weggenomen | hadden weggenomen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal weggenomen hebben | zal/zult weggenomen hebben | zult/zal weggenomen hebben | zult weggenomen hebben | zal weggenomen hebben | zullen weggenomen hebben | zullen weggenomen hebben | zullen weggenomen hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou weggenomen hebben | zou weggenomen hebben | zou/zoudt weggenomen hebben | zoudt weggenomen hebben | zou weggenomen hebben | zouden weggenomen hebben | zouden weggenomen hebben | zouden weggenomen hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm weggenomen worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt weggenomen | er is weggenomen | |||||||||
verleden | er werd weggenomen | er was weggenomen | |||||||||
toekomend | er zal weggenomen worden | er zal weggenomen zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou weggenomen worden | er zou weggenomen zijn | |||||||||
lijdende vorm weggenomen worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | weggenomen worden | weggenomen te worden | ||||||||
toekomend | weggenomen zullen worden | weggenomen te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | weggenomen zijn | weggenomen te zijn | ||||||||
toekomend | weggenomen zullen zijn | weggenomen te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | — | — | — | — | wordt weggenomen | — | — | worden weggenomen | |||
verleden (o.v.t.) | — | — | — | — | werd weggenomen | — | — | werden weggenomen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | — | — | — | — | zal weggenomen worden | — | — | zullen weggenomen worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | — | — | — | — | zou weggenomen worden | — | — | zouden weggenomen worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | — | — | — | — | is weggenomen | — | — | zijn weggenomen | |||
verleden (v.v.t.) | — | — | — | — | was weggenomen | — | — | waren weggenomen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | — | — | — | — | zal weggenomen zijn | — | — | zullen weggenomen zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | — | — | — | — | zou weggenomen zijn | — | — | zouden weggenomen zijn |