Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·pen·feit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wapenfeit wapenfeiten
verkleinwoord wapenfeitje wapenfeitjes

Zelfstandig naamwoord

het wapenfeito

  1. (militair) oorlogshandeling
  2. (figuurlijk) belangrijke prestatie
    • De grootste kans was voor Karim Benzema, die op aangeven van Marcelo de bal tegen de buitenkant van de paal schoot. Paulinho tekende voor de wapenfeiten van de bezoekers, maar ook hij wist bij twee kansen het net niet te vinden.[2] 
    • Hun nieuwe album is het tweede in hun project van ’Vijf Wonderbaarlijke Wapenfeiten’. Met dit project wil Zwart Licht een onuitwisbaar stempel op de Nederlandse hiphopgeschiedenis drukken.[3] 
    • De maatregel geeft aan dat Keijzer het liefst een monopolie van PostNL zou zien, meent Sandd. "Dit eerste wapenfeit geeft in ieder geval duidelijk aan uit welke hoek de wind waait. Klaarblijkelijk is er veel aan gelegen om te voorkomen dat de consument een eerlijke prijs gaat betalen."[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 23 december 2017
  3. de Telegraaf 15 december 2017
  4. de Telegraaf 30 november 2017
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be