• ver·dien·ste
enkelvoud meervoud
naamwoord verdienste verdiensten
verkleinwoord

de verdienstev

  1. het geld dat een arbeider krijgt voor het uitvoeren van werk
    • De verdienste valt een beetje tegen, maar het is beter dan niets. 
  2. goede, opbouwende daad
    • Het is jouw verdienste dat het project nu zo goed draait. 
     De eremedaille wordt toegekend aan personen met uitzonderlijke verdiensten op het gebied van kunst en wetenschap.[3]
     Alleen al het onroerendgoedarsenaal in Berlijn en Dresden bezat waarschijnlijk een waarde die niet zomaar in geld was uit te drukken. En dat was geheel en al Oscars verdienste. Met wat hulp van de Duitse hyperinflatie in de jaren twintig, om helemaal eerlijk te zijn.[4]
97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]