• hel·den·daad
enkelvoud meervoud
naamwoord heldendaad heldendaden
verkleinwoord

de heldendaadv / m

  1. een moedige daad van een held
    • Het redden van een vrouw uit een brandend huis is een echte heldendaad. 
    • Omdat ze een vrij klassiek beeld had van de oorlog was ze er snel van overtuigd dat Albert 'met zijn intelligentie' na korte tijd zou uitblinken, promotie zou maken en ze zag hem al in de voorste linie in de aanval gaan. Ze stelde zich voor dat hij een heldendaad verrichtte, meteen officier werd, kapitein, commandant of meer nog, generaal, die dingen gebeuren tijdens de oorlog. [2] 
     Van die historische verschillen heeft de restaurateur heel erg genoten. "Wat op mij veel indruk heeft gemaakt, is de Waterloo-zaal en de Leuven-zaal. Die zijn historisch opgedragen aan de heldendaden van Willem II.[3]
  2. ironisch bedoeld (dat het dus juist een laffe daad is)
    • Kun je wel! kleine meisjes plagen! wat een heldendaad!! 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Lemaitre, Pierre
    "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 17
  3.   Weblink bron “Plan voor restauratie Soestdijk gepresenteerd: 'Geen gemakkelijke klus'” (3/6/2020), NOS
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be