• vztah

vztah monbezield

  1. relatie, betrekking, verhouding; een min of meer vast verband
    «Hovoříme-li o reciprocitě, jde vždy o vztah vzájemný.»
    Als wij spreken over reciprociteit, dan gaat het altijd over een onderlinge verhouding.
  2. relatie; een persoonlijke, vaak amoureuze verhouding
    «Mají mezi sebou milostný vztah
    Zij hebben een liefdevolle relatie.
  1. poměr monbezield, relace v, spojitost v
  2. relace v
  • být ve vztahu k něčemu – in relatie tot iets staan
  • mezinárodní vztahy monbezieldmv – internationale verhoudingen
  • milostný vztah monbezield – liefdesverhouding
  • přátelský vztah monbezield – vriendschappelijke verhouding
  • vřelý vztah monbezield – innige verhouding