voortzetten/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van voortzetten | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | voortzetten | voort te zetten | ||||||||
toekomend | zullen voortzetten voort zullen zetten |
te zullen voortzetten voort te zullen zetten | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben voortgezet | te hebben voortgezet | ||||||||
toekomend | voortgezet zullen hebben | voortgezet te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
voortzettend | voortgezet | ev. zet voort |
mv. verouderd zet voort |
zette voort (bijzin) voortzette | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | zet voort | zet voort | zet voort | zet voort | zet voort | zetten voort | zetten voort | zetten voort | |||
verleden (o.v.t.) | zette voort | zette voort | zette voort | zette voort | zette voort | zetten voort | zetten voort | zetten voort | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal voortzetten | zult/zal voortzetten | zult/zal voortzetten | zult voortzetten | zal voortzetten | zullen voortzetten | zullen voortzetten | zullen voortzetten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou voortzetten | zou voortzetten | zou(dt) voortzetten | zoudt voortzetten | zou voortzetten | zouden voortzetten | zouden voortzetten | zouden voortzetten | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | voortzet | voortzet | voortzet | voortzet | voortzet | voortzetten | voortzetten | voortzetten | |||
verleden (o.v.t.) | voortzette | voortzette | voortzette | voortzette | voortzette | voortzetten | voortzetten | voortzetten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal voortzetten voort zal zetten |
zult/zal voortzetten voort zult/zal zetten |
zult/zal voortzetten voort zult/zal zetten |
zult voortzetten voort zult zetten |
zal voortzetten voort zal zetten |
zullen voortzetten voort zullen zetten |
zullen voortzetten voort zullen zetten |
zullen voortzetten voort zullen zetten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou voortzetten voort zou zetten |
zou voortzetten voort zou zetten |
zou(dt) voortzetten voort zou(dt) zetten |
zoudt voortzetten voort zoudt zetten |
zou voortzetten voort zou zetten |
zouden voortzetten voort zouden zetten |
zouden voortzetten voort zouden zetten |
zouden voortzetten voort zouden zetten | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb voortgezet | hebt voortgezet | hebt/heeft voortgezet | hebt voortgezet | heeft voortgezet | hebben voortgezet | hebben voortgezet | hebben voortgezet | |||
verleden (v.v.t.) | had voortgezet | had voortgezet | had voortgezet | hadt voortgezet | had voortgezet | hadden voortgezet | hadden voortgezet | hadden voortgezet | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal voortgezet hebben | zal/zult voortgezet hebben | zult/zal voortgezet hebben | zult voortgezet hebben | zal voortgezet hebben | zullen voortgezet hebben | zullen voortgezet hebben | zullen voortgezet hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou voortgezet hebben | zou voortgezet hebben | zou/zoudt voortgezet hebben | zoudt voortgezet hebben | zou voortgezet hebben | zouden voortgezet hebben | zouden voortgezet hebben | zouden voortgezet hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm voortgezet worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt voortgezet | er is voortgezet | |||||||||
verleden | er werd voortgezet | er was voortgezet | |||||||||
toekomend | er zal voortgezet worden | er zal voortgezet zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou voortgezet worden | er zou voortgezet zijn | |||||||||
lijdende vorm voortgezet worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | voortgezet worden | voortgezet te worden | ||||||||
toekomend | voortgezet zullen worden | voortgezet te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | voortgezet zijn | voortgezet te zijn | ||||||||
toekomend | voortgezet zullen zijn | voortgezet te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word voortgezet | wordt voortgezet | wordt voortgezet | wordt voortgezet | wordt voortgezet | worden voortgezet | worden voortgezet | worden voortgezet | |||
verleden (o.v.t.) | werd voortgezet | werd voortgezet | werd voortgezet | werdt voortgezet | werd voortgezet | werden voortgezet | werden voortgezet | werden voortgezet | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal voortgezet worden | zult voortgezet worden | zult voortgezet worden | zult voortgezet worden | zal voortgezet worden | zullen voortgezet worden | zullen voortgezet worden | zullen voortgezet worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou voortgezet worden | zou voortgezet worden | zou/zoudt voortgezet worden | zoudt voortgezet worden | zou voortgezet worden | zouden voortgezet worden | zouden voortgezet worden | zouden voortgezet worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben voortgezet | bent voortgezet | bent/is voortgezet | zijt voortgezet | is voortgezet | zijn voortgezet | zijn voortgezet | zijn voortgezet | |||
verleden (v.v.t.) | was voortgezet | was voortgezet | was voortgezet | waart voortgezet | was voortgezet | waren voortgezet | waren voortgezet | waren voortgezet | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal voortgezet zijn | zult voortgezet zijn | zult voortgezet zijn | zult voortgezet zijn | zal voortgezet zijn | zullen voortgezet zijn | zullen voortgezet zijn | zullen voortgezet zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou voortgezet zijn | zou voortgezet zijn | zou/zoudt voortgezet zijn | zoudt voortgezet zijn | zou voortgezet zijn | zouden voortgezet zijn | zouden voortgezet zijn | zouden voortgezet zijn |