• vol·tooid
  • vervoeging van voltooien: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: voltooien…
verbogen vorm: voltooide

voltooid

  1. voltooid deelwoord van voltooien
  2. vormt de lijdende vorm
    • Dat wordt later voltooid. 
  3. vormt de voltooide tijden
    • Hij heeft het later voltooid. 
     De toepasselijk genaamde Tats was een zogenaamde Triple Crowner (iemand die zowel de de Appalachian Trail als de Continental Divide Trail en de Pacific Crest Trail heeft voltooid) die de afgelopen acht jaar meer dan 30.000 kilometer had gelopen.[1]
  4. attributief gebruikt dat wat voltooid is of voltooiing aanduidt
    • De voltooide tijden drukken uit dat de handeling of het proces van het gezegde compleet is. 
  5. bijwoordelijk gebruikt
    • In ijltempo voltooid oogstte de nieuwe brug veel blijken van waardering. 
stellend
onverbogen voltooid
verbogen voltooide

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

voltooid [2]

  1. gereed, klaar
  2. volkomen, volmaakt, perfect
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be