• vlok·kig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vlokkig vlokkiger vlokkigst
verbogen vlokkige vlokkigere vlokkigste
partitief vlokkigs vlokkigers -

vlokkig

  1. bestaande uit vlokken, vlokken bevattend
    • De pastilla met vis (€14,50) is een flinke pastei van heerlijk vlokkig, Marokkaans filodeeg (werqa) - met de bijgeleverde gegrilde gamba's en salade met gemak een hoofdgerecht. [2] 
    • Op 28 februari 1908 viel Heike Kamerlingh Onnes (1853-1926), de anders zo degelijke manager-wetenschapper, ten prooi aan ontdekkerskoorts. Na een lange dag achter de koelinstallatie, waarmee gassen steeds dichter bij het absolute nulpunt van -273,15 graden gebracht werden, vormde zich in de binnenste, met helium gevulde glazen buis, een vlokkige massa. [3] 
    • Hij bestaat uit losse, vlokkige sojastukken (ze doen wat denken aan de imitatiekip uit het vegavak) die op elkaar gepakt toch zorgen voor een compacte en zware structuur. [4] 
88 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Het Parool HISKE VERSPRILLE 9 JUNI 2015 Tingis (7,5)
  3. NRC Bruno van Wayenburg 17 juli 2008 Een paar boterhammen bij de manometers,
  4. NRC Joël BroekaertJorane Cuppen 2 augustus 2018 Lekker ziltig: welke zeewierproducten smakelijk zijn (en welke niet)
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be