• vloed·stroom
enkelvoud meervoud
naamwoord vloedstroom vloedstromen
verkleinwoord

de vloedstroomm

  1. (waterbeheer) de waterstroom die naar de kust gaat als het hoogwater wordt en 3-4 uur na laagwater maximaal is
  2. een krachtige waterstroom
     Dat schrijft The Local.Vorige maand trok een soortgelijke storm over Zuid-Frankrijk. Vier mensen kwamen daarbij om het leven nadat ze werden weggevaagd door een hevige vloedstroom.[2]
     De serie vertelt het verhaal van een dozijn leden van een voetbalteam tussen de 11 en 16 jaar die op 23 juni vorig jaar op bezoek waren in de Tham Luang-Khun Nam Nang Non Grot in Chiang Rai province, 1.000 kilometer ten noorden van Bangkok. Door plots opkomende vloedstromen zaten ze echter twee weken vast.[3]
  3. (figuurlijk) een (te) grote hoeveelheid
     De vloedstroom aan migranten is in 2004 begonnen, legt Spencer uit. "Toen kwamen er tien nieuwe lidstaten in de Europese Unie, waardoor er ongecontroleerd duizenden mensen uit Oost-Europa naar Boston kwamen. In amper tien jaar tijd is onze bevolking met bijna 20 procent gegroeid. Daardoor is de stad overbevolkt geraakt."[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Franse stad Montpellier onder water” (07-10-2014), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron “Redding Thaise voetballertjes te zien in Netflix-reeks” (30/04/2019), De Standaard
  4.   Weblink bron
    Jeroen Bosch
    “Dit is de Britse stad waar 75,6 procent pro-brexit stemde” (31-10-2019), NOS