ebstroom
- eb·stroom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ebstroom | ebstromen |
verkleinwoord | ebstroompje | ebstroompjes |
de ebstroom m
- (waterbeheer) de waterstroom die van de kust afgaat als het laagwater wordt en 3-4 uur na hoogwater maximaal is
- Volgens een woordvoerder van de KNRM dreef het vlot in de aanvaarroute voor de Amsterdamse haven, waar grote schepen passeren. De kans dat het vlot zou worden overvaren was aanzienlijk. De man op het vlot wilde de ebstroom benutten om op volle zee te geraken. Het vlot had geen aandrijving en was dus geheel afhankelijk van de stroming en de wind. [2]
- De Elbe staat bekend om haar sterke stromingen, snel wisselende en soms extreme waterstanden, gevaarlijke ondieptes en in de monding zwaar tij. In het buiten-Elbe gebied heerst ook een zwaar tij. Deze omgeving is daarom berucht om de hoge steile golven die ontstaan in de zogenaamde stroom tegen wind situatie. Bij overheersende noordwestenwinden komt deze situatie bij ebstroom tweemaal zes uur per dag voor. [3]
1. de waterstroom die van de kust afgaat als het laagwater wordt en 3-4 uur na hoogwater maximaal is
- Het woord ebstroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ebstroom" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 02-06-19 Man uit Eritrea met zelfgemaakt vlot bij IJmuiden uit zee gehaald
- ↑ De Telegraaf 08 nov. 2012 Ships bouwt Elbe-bestendig schip
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be