verzorgen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van verzorgen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verzorgen | te verzorgen | ||||||||
toekomend | zullen verzorgen | te zullen verzorgen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben verzorgd | te hebben verzorgd | ||||||||
toekomend | verzorgd zullen hebben | verzorgd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
verzorgend | verzorgd | ev. verzorg |
mv. verouderd verzorgt |
verzorge | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | verzorg | verzorgt | verzorgt | verzorgt | verzorgt | verzorgen | verzorgen | verzorgen | |||
verleden (o.v.t.) | verzorgde | verzorgde | verzorgde | verzorgde | verzorgde | verzorgden | verzorgden | verzorgden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verzorgen | zult/zal verzorgen | zult/zal verzorgen | zult verzorgen | zal verzorgen | zullen verzorgen | zullen verzorgen | zullen verzorgen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verzorgen | zou verzorgen | zou(dt) verzorgen | zoudt verzorgen | zou verzorgen | zouden verzorgen | zouden verzorgen | zouden verzorgen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb verzorgd | hebt verzorgd | hebt/heeft verzorgd | hebt verzorgd | heeft verzorgd | hebben verzorgd | hebben verzorgd | hebben verzorgd | |||
verleden (v.v.t.) | had verzorgd | had verzorgd | had verzorgd | hadt verzorgd | had verzorgd | hadden verzorgd | hadden verzorgd | hadden verzorgd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal verzorgd hebben | zal/zult verzorgd hebben | zult/zal verzorgd hebben | zult verzorgd hebben | zal verzorgd hebben | zullen verzorgd hebben | zullen verzorgd hebben | zullen verzorgd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verzorgd hebben | zou verzorgd hebben | zou/zoudt verzorgd hebben | zoudt verzorgd hebben | zou verzorgd hebben | zouden verzorgd hebben | zouden verzorgd hebben | zouden verzorgd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm verzorgd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt verzorgd | er is verzorgd | |||||||||
verleden | er werd verzorgd | er was verzorgd | |||||||||
toekomend | er zal verzorgd worden | er zal verzorgd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou verzorgd worden | er zou verzorgd zijn | |||||||||
lijdende vorm verzorgd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verzorgd worden | verzorgd te worden | ||||||||
toekomend | verzorgd zullen worden | verzorgd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | verzorgd zijn | verzorgd te zijn | ||||||||
toekomend | verzorgd zullen zijn | verzorgd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word verzorgd | wordt verzorgd | wordt verzorgd | wordt verzorgd | wordt verzorgd | worden verzorgd | worden verzorgd | worden verzorgd | |||
verleden (o.v.t.) | werd verzorgd | werd verzorgd | werd verzorgd | werdt verzorgd | werd verzorgd | werden verzorgd | werden verzorgd | werden verzorgd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verzorgd worden | zult verzorgd worden | zult verzorgd worden | zult verzorgd worden | zal verzorgd worden | zullen verzorgd worden | zullen verzorgd worden | zullen verzorgd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verzorgd worden | zou verzorgd worden | zou/zoudt verzorgd worden | zoudt verzorgd worden | zou verzorgd worden | zouden verzorgd worden | zouden verzorgd worden | zouden verzorgd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben verzorgd | bent verzorgd | bent/is verzorgd | zijt verzorgd | is verzorgd | zijn verzorgd | zijn verzorgd | zijn verzorgd | |||
verleden (v.v.t.) | was verzorgd | was verzorgd | was verzorgd | waart verzorgd | was verzorgd | waren verzorgd | waren verzorgd | waren verzorgd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal verzorgd zijn | zult verzorgd zijn | zult verzorgd zijn | zult verzorgd zijn | zal verzorgd zijn | zullen verzorgd zijn | zullen verzorgd zijn | zullen verzorgd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verzorgd zijn | zou verzorgd zijn | zou/zoudt verzorgd zijn | zoudt verzorgd zijn | zou verzorgd zijn | zouden verzorgd zijn | zouden verzorgd zijn | zouden verzorgd zijn |