verzekeringsmakelaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ze·ke·rings·ma·ke·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verzekeringsmakelaar verzekeringsmakelaars
verzekeringsmakelaren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verzekeringsmakelaarm

  1. (financieel) een tussenpersoon die actief is op de assurantiebeurs
    • In Nederland zijn nog nauwelijks schadeclaims ingediend na de cyberaanval van dinsdag: Dat meldt BNR na een rondgang langs een aantal grote verzekeringsmakelaars.[1] 
    • FIOD en OM onderzoeken minstens acht concerns die mogelijk steekpenningen toestopten aan ex-topman Gerhard M. van verzekeraar HDI. Onder hen zijn bekende ondernemingen als verzekeringsmakelaar AON en kantoorinrichter Ahrend, bericht het FD woensdag.[2] 
    • Bedrijven lopen wereldwijd meer risico's door terreur en politiek geweld. Dat blijkt uit de zogeheten Terrorism & Political Violence Map van risico-adviseur en verzekeringsmakelaar Aon die woensdag naar buiten kwam.[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 30 jun. 2017
  2. de Telegraaf 11 jan. 2017
  3. de Telegraaf 13 apr. 2016