• ver·za·mel·stoor·nis
enkelvoud meervoud
naamwoord verzamelstoornis verzamelstoornissen
verkleinwoord - -

de verzamelstoornisv

  1. (psychologie) verzamelzucht, de psychiatrische aandoening van een persoon die dwangmatig spullen verzamelt en bijna niets kan weggooien.
     Maar iemand met een verzamelstoornis kent een andere waarde toe aan zijn spullen. Hij kan bijvoorbeeld levendige herinneringen hebben aan een bepaald fietsstoeltje dat van zijn dochter is geweest. Als dat stoeltje weggedaan wordt, dan vreest hij dat ook zijn herinneringen aan zijn dochter weg zijn.[1]
  1.   Weblink bron
    Suzanna Timmer
    Het nut van opruimen (9 maart 2016) in: Provinciale Zeeuwse Courant  , p. 53.