• ver·weer·schrift
enkelvoud meervoud
naamwoord verweerschrift verweerschriften
verkleinwoord

het verweerschrifto

  1. (juridisch) een officiële stuk waarin men zich verdedigt tegen een eis van de tegenpartij in het burgerlijk recht
    • De komiek heeft gisteren via zijn advocaat een verweerschrift ingediend waarin hij stelt dat de moeder van Cathriona en haar voormalige echtgenoot Mark Burton met steun van hun advocaat Filippo Marchino bezig zijn met een poging grote sommen geld van hem af te troggelen.[2] 
    • In het verweerschrift doet AkzoNobel voorkomen dat het bedrijf de aandeelhouders betrokken heeft bij haar beslissing om niet in te gaan op PPG’s bod. Het meldt vol trots dat met meer dan 50% van de aandeelhouders gesproken is.[3] 
94 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 30 sep. 2017
  3. de Telegraaf 24 mei 2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be