Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·want·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verwantschap verwantschappen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de verwantschapv

  1. het verwant zijn
  2. (ook (scheikunde)) overeenkomst, affiniteit
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen