familiebetrekking

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  familiebetrekking    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fa·mi·lie·be·trek·king

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  familie zn  en  betrekking zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	familiebetrekking	familiebetrekkingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de familiebetrekking v

1. relatie tussen verschillende familieleden

   ▸ Nu door Tonio's dood de familiebetrekkingen versneld in ontbinding raakten, probeerde ik nog iets te redden door telkens opnieuw, in het tehuis Sint Vitus waar ze na de ziekenhuisopname weer terug was, mijn schoonmoeder te bellen - ook al wist ik dat ik er zelf alleen maar meer door in de put raakte.

   ▸ Volgens een woordvoerster van Defensie worden de stoffelijke resten opgegraven en naar Soesterberg gebracht. Daar wordt een DNA-profiel gemaakt. Nabestaanden van militairen die sinds de Tweede Wereldoorlog vermist zijn, worden opgeroepen om DNA af te staan. In het bijzonder wordt gezocht naar familie van militairen die destijds tijdens dwangarbeid in Duitsland zijn gestorven. Met behulp van moderne technieken, die er niet waren toen de militairen sneuvelden, hoopt de dienst familiebetrekkingen te vinden.

Synoniemen

• maagschap, filiatie, verwantschap, familierelatie, bloedverwantschap

Vertalingen

    1. relatie tussen verschillende familieleden   

Engels: relationship (en), blood-relationship (en), affiliation (en),

Gangbaarheid

• Het woord familiebetrekking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.