vertegenwoordiger

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·te·gen·woor·di·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vertegenwoordiger vertegenwoordigers
verkleinwoord vertegenwoordigertje vertegenwoordigertjes

Zelfstandig naamwoord

de vertegenwoordigerm

  1. (beroep) iemand die de plaats van een ander inneemt
    • De vertegenwoordiger van de firma versprak zich tijdens de persconferentie. 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be