verschrikken
- ver·schrik·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verschrikken |
verschrikte |
verschrikt |
zwak -t | volledig |
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verschrikken |
verschrok |
verschrokken |
klasse 3 | volledig |
verschrikken [2]
- overgankelijk schrik aanjagen
- ▸ Twee jongens sprongen verschrikt de hut in, een hoop commotie veroorzakend.[3]
1.
- Het woord verschrikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verschrikken" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ verschrikken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be