verscheiden/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van verscheiden | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verscheiden | te verscheiden | ||||||
toekomend | zullen verscheiden | te zullen verscheiden | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben verscheiden | te hebben verscheiden | ||||||
toekomend | verscheiden zullen hebben | verscheiden te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
verscheidend | verscheiden | ev. verscheid |
mv. verouderd verscheidt |
verscheide | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | verscheid | verscheidt | verscheidt | verscheidt | verscheidt | verscheiden | verscheiden | verscheiden | |
verleden (o.v.t.) | verscheidde | verscheidde | verscheidde | verscheidde | verscheidde | verscheidden | verscheidden | verscheidden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal verscheiden | zult/zal verscheiden | zult/zal verscheiden | zult verscheiden | zal verscheiden | zullen verscheiden | zullen verscheiden | zullen verscheiden | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verscheiden | zou verscheiden | zou(dt) verscheiden | zoudt verscheiden | zou verscheiden | zouden verscheiden | zouden verscheiden | zouden verscheiden | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb verscheiden | hebt verscheiden | hebt/heeft verscheiden | hebt verscheiden | heeft verscheiden | hebben verscheiden | hebben verscheiden | hebben verscheiden | |
verleden (v.v.t.) | had verscheiden | had verscheiden | had verscheiden | hadt verscheiden | had verscheiden | hadden verscheiden | hadden verscheiden | hadden verscheiden | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal verscheiden hebben | zal/zult verscheiden hebben | zult/zal verscheiden hebben | zult verscheiden hebben | zal verscheiden hebben | zullen verscheiden hebben | zullen verscheiden hebben | zullen verscheiden hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verscheiden hebben | zou verscheiden hebben | zou/zoudt verscheiden hebben | zoudt verscheiden hebben | zou verscheiden hebben | zouden verscheiden hebben | zouden verscheiden hebben | zouden verscheiden hebben |