verrijken
- ver·rij·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verrijken |
verrijkte |
verrijkt |
zwak -t | volledig |
verrijken
- overgankelijk rijker maken
- De grond werd verrijkt met mineralen.
- wederkerend zich ~ vaak op oneigenlijke of verwerpelijke wijze zorgen dat men rijk wordt
- De familieleden van het bewind verrijkten zich door winstgevende opdrachten van de machthebbers.
- [1] opwerken
- cultuurverrijker
- [1] verrijking, verrijkingsarbeid, verrijkingscapaciteit, verrijkingsfabriek, verrijkingsmarkt, verrijkingsstof
1. rijker maken
- Het woord verrijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verrijken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be