verlamming
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verlamming (hulp, bestand)
- IPA: /vərˈlɑmɪŋ/
Woordafbreking
- ver·lam·ming
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verlammen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verlamming | verlammingen |
verkleinwoord | verlamminkje | verlamminkjes |
Zelfstandig naamwoord
verlamming v
- (medisch) toestand waarin men niet is staat is zich te bewegen
- overdrachtelijk het tot staan komen van het normale functioneren
- De ijzel veroorzaakte een verlamming van het vervoer in het land.
Synoniemen
Hyponiemen
- aangezichtsverlamming, erb-verlamming, hartverlamming, hersenverlamming, kinderverlamming, slaapverlamming, spierverlamming, stembandverlamming, zenuwverlamming
Vertalingen
1. toestand waarin men niet is staat is zich te bewegen
Gangbaarheid
- Het woord verlamming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "verlamming" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be