paralyse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·ra·ly·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paralyse | paralysen paralyses |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de paralyse v
- (medisch) een toestand waarin men zich niet bewegen kan
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord paralyse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paralyse" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ paralyse op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to paralyse |
he/she/it | paralyses |
verleden tijd | paralysed |
voltooid deelwoord |
paralysed |
onvoltooid deelwoord |
paralysing |
gebiedende wijs | paralyse |
Werkwoord
paralyse
Schrijfwijzen
- (VS): paralyze