verhuizing
- Geluid: verhuizing (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈhœyzɪŋ / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /vərˈhœʏzɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /vərˈhœːzɪŋ/
- ver·hui·zing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verhuizing | verhuizingen |
verkleinwoord | verhuizinkje | verhuizinkjes |
de verhuizing v
- de verwisseling van één (semi-) permanente woonplaats voor een andere
- Tijdens elke verhuizing zegt hij dat deze keer de laatste zal zijn, maar hij is nu al zeker vier keer tussen Nederland en Zweden op en neer verhuisd.
- Een jubileum waar niemand bij stil staat, verdient die naam misschien niet. Een herdenking met één deelnemer, dat klinkt niet koosjer. Toch grijp ik de gelegenheid, omdat het kinderboek dat precies 25 jaar geleden verscheen, met elke verhuizing mee mocht: Plinius Pinguïn (1990) van Boudewijn Büch (1948-2002), met tekeningen van Pauline Drost. [1]
- ▸ Maar door de telefoon had ze gezegd dat de verhuizing goed was gegaan. Ze was al begonnen met het uitpakken van de dozen.[2]
1. de verwisseling van één (semi-) permanente woonplaats voor een andere
- Het woord verhuizing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verhuizing" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ de Volkskrant Arjan Peters5 december 2015 In depressieve Plinius Pinguïn een zelfportret zien
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 22
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be