verdunnen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van verdunnen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verdunnen | te verdunnen | ||||||||
toekomend | zullen verdunnen | te zullen verdunnen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben[1]/zijn[2] verdund | te hebben[1]/zijn[2] verdund | ||||||||
toekomend | verdund zullen hebben[1]/zijn[2] | verdund te zullen hebben[1]/zijn[2] | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
verdunnend | verdund | ev. verdun |
mv. verouderd verdunt |
verdunne | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | verdun | verdunt | verdunt | verdunt | verdunt | verdunnen | verdunnen | verdunnen | |||
verleden (o.v.t.) | verdunde | verdunde | verdunde | verdunde | verdunde | verdunden | verdunden | verdunden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verdunnen | zult/zal verdunnen | zult/zal verdunnen | zult verdunnen | zal verdunnen | zullen verdunnen | zullen verdunnen | zullen verdunnen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verdunnen | zou verdunnen | zou(dt) verdunnen | zoudt verdunnen | zou verdunnen | zouden verdunnen | zouden verdunnen | zouden verdunnen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
onpersoonlijke lijdende vorm verdund worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt verdund | er is verdund | |||||||||
verleden | er werd verdund | er was verdund | |||||||||
toekomend | er zal verdund worden | er zal verdund zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou verdund worden | er zou verdund zijn | |||||||||
lijdende vorm verdund worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verdund worden | verdund te worden | ||||||||
toekomend | verdund zullen worden | verdund te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | verdund zijn | verdund te zijn | ||||||||
toekomend | verdund zullen zijn | verdund te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word verdund | wordt verdund | wordt verdund | wordt verdund | wordt verdund | worden verdund | worden verdund | worden verdund | |||
verleden (o.v.t.) | werd verdund | werd verdund | werd verdund | werdt verdund | werd verdund | werden verdund | werden verdund | werden verdund | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verdund worden | zult verdund worden | zult verdund worden | zult verdund worden | zal verdund worden | zullen verdund worden | zullen verdund worden | zullen verdund worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verdund worden | zou verdund worden | zou/zoudt verdund worden | zoudt verdund worden | zou verdund worden | zouden verdund worden | zouden verdund worden | zouden verdund worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben verdund | bent verdund | bent/is verdund | zijt verdund | is verdund | zijn verdund | zijn verdund | zijn verdund | |||
verleden (v.v.t.) | was verdund | was verdund | was verdund | waart verdund | was verdund | waren verdund | waren verdund | waren verdund | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal verdund zijn | zult verdund zijn | zult verdund zijn | zult verdund zijn | zal verdund zijn | zullen verdund zijn | zullen verdund zijn | zullen verdund zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verdund zijn | zou verdund zijn | zou/zoudt verdund zijn | zoudt verdund zijn | zou verdund zijn | zouden verdund zijn | zouden verdund zijn | zouden verdund zijn |