verduiken/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van verduiken | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verduiken | te verduiken | ||||||
toekomend | zullen verduiken | te zullen verduiken | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben verdoken | te hebben verdoken | ||||||
toekomend | verdoken zullen hebben | verdoken te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
verduikend | verdoken | ev. verduik |
mv. verouderd verduikt |
verduike | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | verduik | verduikt | verduikt | verduikt | verduikt | verduiken | verduiken | verduiken | |
verleden (o.v.t.) | verdook | verdook | verdook | verdook | verdook | verdoken | verdoken | verdoken | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal verduiken | zult/zal verduiken | zult/zal verduiken | zult verduiken | zal verduiken | zullen verduiken | zullen verduiken | zullen verduiken | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verduiken | zou verduiken | zou(dt) verduiken | zoudt verduiken | zou verduiken | zouden verduiken | zouden verduiken | zouden verduiken | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb verdoken | hebt verdoken | hebt/heeft verdoken | hebt verdoken | heeft verdoken | hebben verdoken | hebben verdoken | hebben verdoken | |
verleden (v.v.t.) | had verdoken | had verdoken | had verdoken | hadt verdoken | had verdoken | hadden verdoken | hadden verdoken | hadden verdoken | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal verdoken hebben | zal/zult verdoken hebben | zult/zal verdoken hebben | zult verdoken hebben | zal verdoken hebben | zullen verdoken hebben | zullen verdoken hebben | zullen verdoken hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verdoken hebben | zou verdoken hebben | zou/zoudt verdoken hebben | zoudt verdoken hebben | zou verdoken hebben | zouden verdoken hebben | zouden verdoken hebben | zouden verdoken hebben |