verdoken
- ver·do·ken
- vervoeging van verduiken: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ui-oo (IPAː /ʌʏ/ - /oː/)
verdoken [1]
- achtergehouden
- Verdoken belastingen door sommigen zijn de oorzaak dat wij allen meer belasting moeten betalen.
- verborgen, verscholen, weggestoken, weggestopt
- De banken rekenen soms verdoken kosten aan.
- De politie stond tijdens de flitsmarathon verdoken opgesteld.
vervoeging van |
---|
verduiken |
verdoken
- meervoud verleden tijd van verduiken
- Wij verdoken.
- Jullie verdoken.
- Zij verdoken.
- Wij verdoken.
- voltooid deelwoord van verduiken
- [1] achterhouden
- [2] verborgen, verscholen
- Het woord verdoken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verdoken" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be