verbror
- ver·bror
- Afkomstig van het Middelnoorse naamwoord verbróðir.
- Afgeleid van bror met het voorvoegsel ver-.
- 'Ver' beduidde oorspronkelijk 'man/ekteman' (echtgenoot), dus 'verbror' is letterlijk 'manns bror' (broer van de echtgenoot).
verbror m
- (familie), (sociologie) schoonbroeder, zwager
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | verbror | verbroren | verbrødre | verbrødrene |
genitief |
- svigerinne, versyster, (bijvorm) versøster