• ver·bror
  • Afkomstig van het Middelnoorse naamwoord verbróðir.
  • Afgeleid van bror met het voorvoegsel ver-.
  • 'Ver' beduidde oorspronkelijk 'man/ekteman' (echtgenoot), dus 'verbror' is letterlijk 'manns bror' (broer van de echtgenoot).

verbror m

  1. (familie), (sociologie) schoonbroeder, zwager
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   verbror     verbroren     verbrødre     verbrødrene  
genitief