• ve·naal
[A] stellend vergrotend overtreffend
onverbogen venaal venaler venaalst
verbogen venale venalere venaalste
partitief venaals venalers -

[A] venaal

  1. (pejoratief) bereid om zich voor geld niet aan regels te houden
     Volgens hem moet die kliek er onmiddellijk uit, daar zij onbekwaam en, met uitzondering van Van Mook zelf, corrupt is, inzonderheid Van Hoogstraten, die venaal is, en Van der Plas, dien hij voor een landverrader aanziet.[3]
  2. (verouderd) voor geld verkrijgbaar, verkoop-
     De venale waarde of verkoopwaarde is de te verwachten verkoopprijs van een onroerend goed onder normale marktomstandigheden.[4]
[B] stellend
onverbogen venaal
verbogen venale
partitief venaals

[B] venaal

  1. (medisch) (verouderd) van of met betrekking tot aders
     Ik liet de maître d'hôtel, monsieur Mathieu, waarschuwen, zeide hem dat Afrika mij wel geen enkele inheemse ziekte had aan te bieden waartegen ik in het befaamd Tropisch Instituut te Antwerpen niet overvloedig onderhuids en venaal was ingespoten, maar dat ik desondanks bezoeken van gevleugelde overbrengers der kwalen die mij niets konden doen, in de mate van het mogelijke wilde contingenteren en te dien einde gemakkelijk en goed sluitende vensters wenselijk achtte.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. venaal op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron
    Ernst Heldring (ed. Joh. de Vries)
    “Herinneringen en dagboek. Deel 2.” (1970), Wolters-Noordhoff, Groningen, p. 1469
  4.   Weblink bron “Finipedia : venale waarde” (8 november 2017) op tijd.be
  5.   Weblink bron Hoe groot de Wereld is en hoe klein in: Band., jrg. 12 nr. 7 (juli 1953), Couraf, Leopoldstad, p. 242