• cor·rupt
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bedorven’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1503 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen corruptcorruptercorruptst
verbogen corruptecorrupterecorruptste
partitief corruptscorrupters-

corrupt

  1. met behulp van geschenken, geld e.d. over te halen om zijn plicht, partij, of overtuiging te verzaken
  2. (informatica) bedorven, onbruikbaar zijn van een bestand doordat de inhoud (deels) is beschadigd
    • het bestand is corrupt, en je kunt het niet openen 
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]