• vaat·ver·wij·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord vaatverwijding vaatverwijdingen
verkleinwoord

de vaatverwijdingv

  1. (medisch) ziekelijke verwijding van een bloedvat
    • Volgens Britse media zou een vrouw gestorven zijn aan een hartaanval nadat ze 35 uur had moeten wachten op hulp, terwijl een man op een bed in de gang een vaatverwijding (aneurysma) kreeg en niet meer gered kon worden. [1] 
  2. verwijden van de bloedvaten door middel van de daar aanwezige spieren
    • Vrouwen in de vruchtbare leeftijd worden beschermd door oestrogeen, een hormoon dat zorgt voor een natuurlijke vaatverwijding. [2]