uitzenden
- uit·zen·den
- samenstelling van uit bw en zenden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitzenden |
zond uit |
uitgezonden |
klasse 3 | volledig |
uitzenden
- overgankelijk als bron van straling werken
- De zon zendt licht uit.
- overgankelijk informatie, bijvoorbeeld in de vorm van een televisieprogramma op afstand toegankelijk maken
- Het opzienbarende nieuws werd vele malen opnieuw uitgezonden.
- ▸ Van Veen, die al in de eerste aflevering in 1990 te zien was, hoorde vorig jaar dat ze uit de serie werd geschreven. In december werd de laatste aflevering uitgezonden waarin ze nog te zien was.[1]
- overgankelijk naar het buitenland sturen voor bepaalde werkzaamheden
- Zij werden uitgezonden naar Mali.
- Rechtstreeks uitzenden.
- Het woord uitzenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitzenden" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron “'Weggestuurde' Babette van Veen keert alweer terug in GTST” (26 juni 2022), NU.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be