uitzendwerk
- Geluid: uitzendwerk (hulp, bestand)
- uit·zend·werk
- samenstelling van uitzend ww en werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitzendwerk | uitzendwerken |
verkleinwoord |
het uitzendwerk o
- tijdelijk betaald werk gedaan met bemiddeling van een uitzendbureau
- Toen hij nog een vaste baan kon vinden deed hij eerst uitzendwerk.
- Het woord uitzendwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.