uiting
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uiting (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈœʏ̯tɪŋ/, /ˈʌʏ̯tɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈœːtɪŋ/
Woordafbreking
- ui·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van uiten met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uiting | uitingen |
verkleinwoord | uitinkje | uitinkjes |
Zelfstandig naamwoord
uiting v
- dat wat men laat zien of merken, al of niet door woorden
- Een uiting van woede was het gevolg.
- ▸ Ik had juist het gevoel dat elkaar vrijheid gunnen een mooie uiting van liefde is en dat het gezond voor je relatie kan zijn om van tijd tot tijd alleen te zijn.[1]
- ▸ In Europa krijgen we slechts voorbeelden van uitgesproken extreme Amerikanen te zien, alleen maar uitingen van contrasten.[1]
Verwante begrippen
- [1] betuiging, bewoording, gezegde, uitdrukking, zegswijze, teken, expressie
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord uiting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "uiting" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be