bewoording
- Geluid: bewoording (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈwordɪŋ / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /bə.ˈʋo̝ːr.dɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈβ̞oːr.dɪŋ/
- (Limburg): /bə.ˈwoːr.dɪŋ/
- be·woor·ding
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bewoording | bewoordingen |
verkleinwoord | bewoordinkje | bewoordinkjes |
de bewoording v
- een beschrijving in woorden
- Voor die prachtige daad was geen bewoording goed genoeg.
- ▸ Zo'n beetje het laatste plekje in Turkije waar hij zijn vakantie door wilde brengen, al zou hij zich natuurlijk tegen de sympathieke Utrechters in geheel andere bewoordingen uitlaten.[1]
- de woorden waarmee je iets vertelt
- Zijn bewoording van het probleem was kort- en bondig en voor iedereen begrijpelijk.
- Het woord bewoording staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bewoording" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be