uitgestrekt
- Geluid: uitgestrekt (hulp, bestand)
- uit·ge·strekt
- vervoeging van uitstrekken: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van uit bw en gestrekt ww
vervoeging van: | uitstrekken… |
verbogen vorm: | uitgestrekte |
uitgestrekt
- voltooid deelwoord van uitstrekken
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | uitgestrekt | uitgestrekter | uitgestrektst |
verbogen | uitgestrekte | uitgestrektere | uitgestrektste |
partitief | uitgestrekts | uitgestrekters | - |
uitgestrekt [1]
- in tijd of plaats zeer uitgebreid, met een groot oppervlakte, met een grote tijdsspanne
- ▸ Er waren geen uitgestrekte zandvlaktes met golvende duinen zoals in de Afrikaanse Sahara.[2]
1.
- Het woord uitgestrekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitgestrekt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be