twitteren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van twitteren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		twitteren			te twitteren
	toekomend		zullen twitteren			te zullen twitteren
voltooid	tegenwoordig		hebben getwitterd			te hebben getwitterd
	toekomend		getwitterd zullen hebben			getwitterd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	twitterend		getwitterd			ev. twitter	mv. verouderd twittert	twittere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	twitter	twittert	twittert	twittert	twittert	twitteren	twitteren	twitteren
verleden (o.v.t.)	twitterde	twitterde	twitterde	twitterde	twitterde	twitterden	twitterden	twitterden
toekomend (o.t.t.t.)	zal twitteren	zult/zal twitteren	zult/zal twitteren	zult twitteren	zal twitteren	zullen twitteren	zullen twitteren	zullen twitteren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou twitteren	zou twitteren	zou(dt) twitteren	zoudt twitteren	zou twitteren	zouden twitteren	zouden twitteren	zouden twitteren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb getwitterd	hebt getwitterd	hebt/heeft getwitterd	hebt getwitterd	heeft getwitterd	hebben getwitterd	hebben getwitterd	hebben getwitterd
verleden (v.v.t.)	had getwitterd	had getwitterd	had getwitterd	hadt getwitterd	had getwitterd	hadden getwitterd	hadden getwitterd	hadden getwitterd
toekomend (v.t.t.t.)	zal getwitterd hebben	zal/zult getwitterd hebben	zult/zal getwitterd hebben	zult getwitterd hebben	zal getwitterd hebben	zullen getwitterd hebben	zullen getwitterd hebben	zullen getwitterd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou getwitterd hebben	zou getwitterd hebben	zou/zoudt getwitterd hebben	zoudt getwitterd hebben	zou getwitterd hebben	zouden getwitterd hebben	zouden getwitterd hebben	zouden getwitterd hebben