Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Tri, tri-
  • tri
  • In de betekenis van ‘oplosmiddel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1936 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord tri -
verkleinwoord - -

hettrio

  1. (scheikunde), (verkorting), (afkorting) de afkorting voor trichlooretheen, een chemisch stof met ontvettende eigenschappen
enkelvoud meervoud
naamwoord tri tri's
verkleinwoord - -

detrim

  1. (verkorting), (afkorting) de afkorting voor trieerkast, een kast met vakjes
  • sorteerkast
67 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.[2]
Telwoord (epo)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027

tri

  1. drie
Telwoord (slk)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027

tri

  1. drie
Telwoord (xtg)
1 10
2
3
4
5
6
7
8
9

tri

  1. drie