• tre·kant
Naar frequentie 13545
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   trekant     trekanten     trekanter     trekantene  
genitief   trekants     trekantens     trekanters     trekantenes  

trekant, m

  1. (meetkunde) driehoek
  2. (meetkunde) object met een profiel dat drie hoeken heeft
  3. (figuurlijk) Ménage à trois, groep van drie mensen, meestal twee mannen in relatie tot één vrouw of twee vrouwen in relatie tot één man, ook: klaverblad genoemd
  4. (figuurlijk), (seksualiteit) gangbang, groepseks (geslachtsgemeenschap tussen drie mensen)


  • tre·kant
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   trekant     trekanten     trekantar     trekantane  

trekant, m

  1. (meetkunde) driehoek
  2. (meetkunde) object met een profiel dat drie hoeken heeft
  3. (figuurlijk) groep van drie mensen, meestal twee mannen in relatie tot één vrouw of twee vrouwen in relatie tot één man, ook: klaverblad genoemd
  4. (figuurlijk), (seksualiteit) groepseks (geslachtsgemeenschap tussen drie mensen)