tranzistor m

  1. (elektronica) transistor; één van de belangrijkste uitvindingen van de twintigste eeuw, halfgeleider die elektrische signalen versterkt. Voorloper van het geïntegreerde circuit en daarmee basiselement van de computer en van internet
  2. (spreektaal)(elektronica) transistorradio; draagbaar radiotoestel, waarin transistors de actieve functies implementeren
  1. tranzistorový prijímač m, tranzistorové rádio o, (spreektaal) tranzistorák m


  • IPA: /tranzɪstɔr/
  • tran·zi·s·tor

tranzistor monbezield

  1. (elektronica) transistor; één van de belangrijkste uitvindingen van de twintigste eeuw, halfgeleider die elektrische signalen versterkt. Voorloper van het geïntegreerde circuit en daarmee basiselement van de computer en van internet
  2. (spreektaal)(elektronica) transistorradio; draagbaar radiotoestel, waarin transistors de actieve functies implementeren
  1. tranzistorové rádio o, tranzistorový přijímač m, (spreektaal) transistorák / tranzistorák monbezield, tranďák monbezield