transparantie
- trans·pa·ran·tie
- afgeleid van transparant met het achtervoegsel -ie
- afgeleid van het Franse transparence (met het achtervoegsel -antie) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | transparantie | - |
verkleinwoord | - | - |
de transparantie v
- doorzichtbaarheid.
- Dit papier heeft een grote transparantie.
- (natuurkunde) de verhouding van de intensiteit van het doorgelaten licht tot die van het opvallende licht
- De transparantie van dit voorwerp is groot.
- openheid, duidelijkheid
- "Transparantie banken ondermaats " [2]
1. doorzichtbaarheid
- Het woord transparantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "transparantie" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ www.nu.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be