toerekenbaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toe·re·ken·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van toerekenen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | toerekenbaar | toerekenbaarder | toerekenbaarst |
verbogen | toerekenbare | toerekenbaardere | toerekenbaarste |
partitief | toerekenbaars | toerekenbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
toerekenbaar
- (juridisch) verantwoordelijk te stellen voor zijn daden
- Wat velen er toe beweegt toerekenbaar te vervangen door toerekeningsvatbaar, een domme, klakkeloze vertaling van het Duitse zurechnungsfähig, is een raadsel. Iemand is vatbaar voor besmetting of voor indrukken, maar vatbaar voor toerekening is een onmogelijkheid [1]
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord toerekenbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.