toedenken/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van toedenken | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | toedenken | toe te denken | ||||||||
toekomend | zullen toedenken toe zullen denken |
te zullen toedenken toe te zullen denken | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben toegedacht | te hebben toegedacht | ||||||||
toekomend | toegedacht zullen hebben | toegedacht te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
toedenkend | toegedacht | ev. denk toe |
mv. verouderd denkt toe |
denke toe (bijzin) toedenke | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | denk toe | denkt toe | denkt toe | denkt toe | denkt toe | denken toe | denken toe | denken toe | |||
verleden (o.v.t.) | dacht toe | dacht toe | dacht toe | dacht toe | dacht toe | dachten toe | dachten toe | dachten toe | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal toedenken | zult/zal toedenken | zult/zal toedenken | zult toedenken | zal toedenken | zullen toedenken | zullen toedenken | zullen toedenken | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou toedenken | zou toedenken | zou(dt) toedenken | zoudt toedenken | zou toedenken | zouden toedenken | zouden toedenken | zouden toedenken | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | toedenk | toedenkt | toedenkt | toedenkt | toedenkt | toedenken | toedenken | toedenken | |||
verleden (o.v.t.) | toedacht | toedacht | toedacht | toedacht | toedacht | toedachten | toedachten | toedachten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal toedenken toe zal denken |
zult/zal toedenken toe zult/zal denken |
zult/zal toedenken toe zult/zal denken |
zult toedenken toe zult denken |
zal toedenken toe zal denken |
zullen toedenken toe zullen denken |
zullen toedenken toe zullen denken |
zullen toedenken toe zullen denken | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou toedenken toe zou denken |
zou toedenken toe zou denken |
zou(dt) toedenken toe zou(dt) denken |
zoudt toedenken toe zoudt denken |
zou toedenken toe zou denken |
zouden toedenken toe zouden denken |
zouden toedenken toe zouden denken |
zouden toedenken toe zouden denken | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb toegedacht | hebt toegedacht | hebt/heeft toegedacht | hebt toegedacht | heeft toegedacht | hebben toegedacht | hebben toegedacht | hebben toegedacht | |||
verleden (v.v.t.) | had toegedacht | had toegedacht | had toegedacht | hadt toegedacht | had toegedacht | hadden toegedacht | hadden toegedacht | hadden toegedacht | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal toegedacht hebben | zal/zult toegedacht hebben | zult/zal toegedacht hebben | zult toegedacht hebben | zal toegedacht hebben | zullen toegedacht hebben | zullen toegedacht hebben | zullen toegedacht hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou toegedacht hebben | zou toegedacht hebben | zou/zoudt toegedacht hebben | zoudt toegedacht hebben | zou toegedacht hebben | zouden toegedacht hebben | zouden toegedacht hebben | zouden toegedacht hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm toegedacht worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt toegedacht | er is toegedacht | |||||||||
verleden | er werd toegedacht | er was toegedacht | |||||||||
toekomend | er zal toegedacht worden | er zal toegedacht zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou toegedacht worden | er zou toegedacht zijn | |||||||||
lijdende vorm toegedacht worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | toegedacht worden | toegedacht te worden | ||||||||
toekomend | toegedacht zullen worden | toegedacht te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | toegedacht zijn | toegedacht te zijn | ||||||||
toekomend | toegedacht zullen zijn | toegedacht te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word toegedacht | wordt toegedacht | wordt toegedacht | wordt toegedacht | wordt toegedacht | worden toegedacht | worden toegedacht | worden toegedacht | |||
verleden (o.v.t.) | werd toegedacht | werd toegedacht | werd toegedacht | werdt toegedacht | werd toegedacht | werden toegedacht | werden toegedacht | werden toegedacht | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal toegedacht worden | zult toegedacht worden | zult toegedacht worden | zult toegedacht worden | zal toegedacht worden | zullen toegedacht worden | zullen toegedacht worden | zullen toegedacht worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou toegedacht worden | zou toegedacht worden | zou/zoudt toegedacht worden | zoudt toegedacht worden | zou toegedacht worden | zouden toegedacht worden | zouden toegedacht worden | zouden toegedacht worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben toegedacht | bent toegedacht | bent/is toegedacht | zijt toegedacht | is toegedacht | zijn toegedacht | zijn toegedacht | zijn toegedacht | |||
verleden (v.v.t.) | was toegedacht | was toegedacht | was toegedacht | waart toegedacht | was toegedacht | waren toegedacht | waren toegedacht | waren toegedacht | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal toegedacht zijn | zult toegedacht zijn | zult toegedacht zijn | zult toegedacht zijn | zal toegedacht zijn | zullen toegedacht zijn | zullen toegedacht zijn | zullen toegedacht zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou toegedacht zijn | zou toegedacht zijn | zou/zoudt toegedacht zijn | zoudt toegedacht zijn | zou toegedacht zijn | zouden toegedacht zijn | zouden toegedacht zijn | zouden toegedacht zijn |